Direct naar content
Artikel 1
Artikel

Jurriaan Omlo: “De optelsom van ervaringen met discriminatie is erg pijnlijk”

Iemand erop aanspreken, opmerkingen negeren of extra hard je best doen? Het zijn maar enkele van de talloze manieren waarop Nederlanders met een migratieachtergrond omgaan met discriminatie en alledaags racisme. Onafhankelijk onderzoeker Jurriaan Omlo wilde meer weten over deze zogenoemde copingstrategieën. Hij interviewde vijfendertig mensen met diverse etnische achtergronden om in kaart te brengen welke strategieën zij zoal gebruiken en welke volgens hen het meest effectief zijn. Zijn bevindingen beschrijft hij in het boek Verzetten, vermijden of veranderen? Reageren op discriminatie en stigmatisering.

Wat was het doel van je onderzoek?

Het viel me op dat er veel onderzoek werd gedaan naar discriminatie, de vormen en omvang ervan, maar niet naar de manier waarop mensen ermee omgaan. Ik wilde graag weten hoe mensen omgaan met zo’n vervelende ervaring. Hoe verminderen ze de stress en emoties die zoiets oproept? Hoe maken ze al die ervaringen draaglijk voor zichzelf? Proberen zij de persoon die discrimineert of stigmatiseert op andere gedachten te brengen en hoe? Ik wilde leren van de ervaringskennis van deze mensen: wat werkt voor hen wel en wat niet? 

Voor wie heb je die kennis willen bundelen?

Ten eerste hoop ik dat jongere generaties ervan kunnen leren: ik denk dat de ervaringskennis zinvol is voor anderen die met dezelfde situaties te maken krijgen. Het kan inspiratie en inzicht geven in hoe je met discriminatie kunt omgaan. Ten tweede is het een boodschap aan omstanders. Het komt te vaak voor dat omstanders niet ingrijpen, of zelfs meelachen of een trap na geven. Als zij echter weten wat mensen met een migratieachtergrond allemaal doormaken, en begrijpen waarom ze op een bepaalde manier reageren, dan kunnen ze het misschien vaker voor hen opnemen. Ten derde hoop ik dat professionals, zoals agenten, jongerenwerkers en docenten, hiervan kunnen leren: wat kunnen zij betekenen in de ondersteuning van slachtoffers? 

Je kiest bewust voor gebruik van de term slachtoffer. Waarom?

Mensen die discriminatie ervaren zien zichzelf niet graag als slachtoffer, om allerlei – overigens legitieme – redenen. Toch heb ik bewust voor deze term gekozen, omdat er een taboe rust op slachtofferschap als het gaat om discriminatie. Vermijden van deze term zou het taboe in stand houden. En als je de term slachtoffer gebruikt, moeten we ook de term ‘dader’ gebruiken. In die zin is het boek een spiegel voor daders: hopelijk worden zij zich bewust van hun uitspraken, die vaak onbedoeld kwetsend zijn. Er worden veel subtiele vormen van discriminatie beschreven, die hopelijk herkend worden door daders. Dat zorgt voor bewustwording: ‘Oei, de dingen die ik soms zeg zijn helemaal niet zo handig van mij.’ 

Om de copingstrategieën te verzamelen, heb je 35 Nederlanders met migratieachtergrond geïnterviewd over dit gevoelige thema. Hoe heb je hen kunnen overtuigen mee te werken?

Zodra ik contact opnam met een mogelijke respondent, heb ik direct het doel van het onderzoek heel erg duidelijk gemaakt. Het ging niet hoofdzakelijk om ‘kennis om de kennis’, maar om de maatschappelijke relevantie. Dat sprak de respondenten heel erg aan. Het verraste mij soms hoe openhartig mensen vervolgens waren en hoe makkelijk ze hun persoonlijke verhaal vertelden. Niet alleen wat ze meemaken, maar ook wat dit emotioneel met hen doet. 

Wat heeft je het meest verrast aan de gesprekken? 

Wat ik bijvoorbeeld pijnlijk vond is dat mensen gaan overcompenseren in de hoop zo geaccepteerd te worden. Dat gaat heel ver: ze proberen extra lief te zijn, extra grappig, extra hard te werken, maar het lijkt geregeld niet genoeg te zijn om volwaardig geaccepteerd te worden. Soms passen mensen zich al aan, nog voordat er sprake is van discriminatie: zo gaf een respondent die een hoofddoek draagt aan dat ze soms naar mensen glimlacht om anderen op hun gemak te stellen. 

In het racismedebat worden subtiele vormen van discriminatie en stigmatisering niet benoemd. Het gaat vaak alleen over harde vormen, die duidelijker herkenbaar zijn: geweigerd worden bij de deur, etnisch profileren, discriminatie op de arbeidsmarkt. Maar veel mensen hebben net zoveel last van subtiele vormen: vervelende grapjes, overgeslagen worden, vooroordelen als ‘je bent zeker de schoonmaker’, handtasjes die beter vastgegrepen worden als je langsloopt. Daarvan kun je denken dat het niet zo erg is, maar dat wordt het wel als je dit soort dingen continu meemaakt. Ik vond het heel pijnlijk om te horen hoe diep ingrijpend die optelsom van ervaringen is. 

Hoe kun je als witte man schrijven over omgaan met racisme? 

Inhoudelijke expertise helpt mij daarbij. Het is namelijk niet zo dat ik mij sinds kort verdiep in racisme. In mijn proefschrift Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaanse Nederlands-jongvolwassenen uit 2011 vormde dit bijvoorbeeld ook al een belangrijk onderzoeksthema. Sindsdien heb ik in opdracht van verschillende overheden meerdere studies verricht naar deze en aanverwante thema’s. 

Maar het is een belangrijke vraag. Ik behoor immers tot de meerderheidsgroepering en dat brengt veel – vaak onuitgesproken – voordelen met zich mee. Als ik naar een uitgaansgelegenheid ga, hoef ik bijvoorbeeld niet bang te zijn dat ik aan de deur word geweigerd vanwege mijn etnische achtergrond. Hoe kan ik dan weten wat het betekent en hoe het voelt om discriminatie te ervaren, laat staan hoe je daarmee zou moeten omgaan? Ik geloof dat je niet per se dezelfde ervaringen hoeft te hebben om andere mensen te kunnen begrijpen. Het gaat er vooral om dat je actief luistert naar de verhalen van anderen, dat je je kunt inleven en dat je goed kan interpreteren. Ook is het belangrijk dat je je gesprekspartner respectvol bejegent, de ruimte geeft voor haar of zijn verhaal en inziet dat zij beschikken over ervaringskennis. Voor kwalitatieve onderzoekers zijn dat essentiële vaardigheden. Het boek staat overigens vol met citaten van de geïnterviewde personen. Doordat zij veel zelf aan het woord komen, kan de lezer controleren of de interpretaties correct zijn.

Allemaal bewust en wel, maar wat nu?

In de eerste plaats vind ik dat de ondersteuning van slachtoffers een belangrijkere plaats moet krijgen binnen het antidiscriminatiebeleid. Daarnaast is het belangrijk dat professionals beter getraind worden om discriminatie te herkennen, hoe je slachtoffers kunt coachen en adviseren. Ten derde hoop ik dat omstanders geactiveerd worden: discriminatie tegengaan moet een maatschappelijke verantwoordelijkheid worden, dus spreek je uit als je getuige bent van discriminatie en laat slachtoffers merken dat ze er niet alleen voor staan. Tot slot moeten politici hun verantwoordelijkheid nemen in debatten. Hun uitspraken werken door in de samenleving. Gebruik die macht in het voordeel van de samenleving: veroordeel discriminatie en biedt oplossingen. 

Meer lezen? 

Verzetten, vermijden of veranderen? Reageren op discriminatie en stigmatisering van Jurriaan Omlo is de eerste publicatie in de Art.1-reeks, die landelijk kenniscentrum discriminatie Art.1 en RADAR, bureau voor gelijke behandeling in tegen discriminatie, gezamenlijk uitgeven. In de reeks wordt aandacht besteed aan onderwerpen en fenomenen die belangrijk maar onderbelicht zijn. Verzetten, vermijden of veranderen is vanaf nu verkrijgbaar via bol.com (24,90 euro)