Direct naar content
Artikel 1

Wetgeving gelijke behandeling

De meeste mensen weten dat discriminatie verboden is en iedereen in Nederland recht heeft op gelijke behandeling. Maar waar staat dat eigenlijk zwart op wit. Op deze pagina vind je een overzicht van de belangrijkste wet en regelgeving rondom discriminatie en gelijke behandeling.

Artikel 1 van de Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Als inwoner van Nederland land dient een ieder gevrijwaard te worden van ongerechtvaardigd onderscheid. Daarom is er wetgeving om mensen te beschermen tegen discriminatie. Belangrijk uitgangspunt is artikel 1 van de Grondwet. In dit artikel staat dat allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden. Discriminatie is niet toegestaan.

Algemene wet gelijke behandeling

Mocht iemand toch in aanraking komen met discriminatie dan kan een beroep worden gedaan op de Algemene wet gelijke behandeling. Deze wet trad in 1994 in werking. De discriminatiegronden waarop de wet betrekking heeft zijn:

  • ras
  • nationaliteit
  • sekse
  • seksuele gerichtheid
  • geloofsovertuiging
  • handicap
  • leeftijd.

Deze wet verbiedt direct en indirect onderscheid.

Klachten kunnen ingediend worden bij de College voor de Rechten van de Mens. De oordelen van het College zijn niet bindend. Wel wordt over het algemeen veel waarde gehecht aan wat het College zegt, de oordelen hebben een belangrijke normerende werking. Een oordeel kan vervolgens aan een gewone rechter worden voorgelegd.

Wetboek van Strafrecht

Naast het indienen van een klacht bij het College, kan aangifte gedaan worden bij de politie. In het Wetboek van Strafrecht is discriminatie strafbaar gesteld. De artikelen 137c, d, e, f en g, en 429quater van het Wetboek van Strafrecht verbieden onder andere belediging, aanzetten tot haat en weigering van goederen en diensten. Na politie-onderzoek beslist de Officier van Justitie of een zaak voor de rechter gebracht wordt

Voor een aantal specifieke groepen Nederlanders zijn aparte wetten om hun gelijkwaardige positie in de maatschappij te beschermen.

Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte

Mensen met een beperking of chronische ziekte die gediscrimineerd worden, kunnen een beroep doen op de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet geldt voor alle mensen met een langdurige lichamelijke, geestelijke of psychische beperking. De wet beschermt tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, basis- en voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, wonen, openbaar vervoer, het aanbieden van goederen en diensten.

Mensen mogen niet gediscrimineerd worden op grond van leeftijd, omdat ze te oud zijn of juist te jong. De wet geldt alleen voor arbeid, het vrije beroep (zoals freelancers), lidmaatschap van een vakbond of vereniging van beroepsgenoten en beroepsonderwijs, zoals raktijkonderwijs, mbo-, hbo- en universitaire opleidingen.

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid

Internationale regelgeving

Naast Nederlandse wetgeving is er ook internationale regelgeving. Europese richtlijnen worden in Nederlandse regels verwerkt. Voorbeeld hiervan is artikel 13 van het Europees Verdrag, op grond waarvan richtlijnen ter bestrijding van discriminatie uitgevaardigd kunnen worden. De lidstaten verbinden zich aan implementatie in de eigen wetgeving.Het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie (IVUR) is een verdrag waarop burgers een beroep kunnen doen. Lidstaten moeten elke twee jaar rapporteren hoe het er in hun land voor staat. 

Artikel 13 luidt : “Onverminderd de andere bepalingen van dit Verdrag, kan de Raad, binnen de grenzen van de door dit verdrag aan de Gemeenschap verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van het College en na raadpleging van het Europees Parlement, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden.”